'K wou u gewoon graag eens wakker zien worden,
'K wou u gewoon graag eens zien 's ochtends vroeg.
Daarom heb ik gedroomd dat ge 's nachts lag te slapen,
En van het slaapkleedje dat ge droeg.
Dat kleedje was rood en van heel zachte zijde,
Met nog vanalles van frullekes aan.
Heel de nacht heb ik naar u liggen kijken,
Heel de nacht heb ik geen oog dicht gedaan.
Ja dat heb ik gedroomd, ja dat heb ik gedroomd, ja dat heb ik gedroomd.
Ja dat heb ik allemaal gedroomd.
We sliepen in een kamerke zonder gordijnen,
Dat was iets wat de maan me had gevraagd,
Zodat ze heel de nacht op u kon zitten schijnen,
Totdat ze door de zon werd weggejaagd.
Ja dat heb ik gedroomd, ja dat heb ik gedroomd, ja dat heb ik gedroomd.
Ja dat heb ik allemaal gedroomd.
Normaal begint een mens 's nachts een beetje te stinken,
Bij u is dat anders ik meen dat echt,
Gij begon te ruiken naar wilderse ringen,
'K weet niet hoe dat ruikt maar het klinkt niet slecht.
Ja dat heb ik gedroomd, ja dat heb ik gedroomd, ja dat heb ik gedroomd.
Ja dat heb ik allemaal gedroomd.
Als ge in't vervolg nog eens wilt komen slapen,
In mijn droom staat er altijd een bedje gedekt,
Doe uw slaapkleedje aan,
Begin maar al te gapen,
En dan wordt ge 's ochtends met zoentjes gewekt,
Ja dan wordt ge s'ochtends met zoentjes gewekt.
